Gnathifera (stam)
Gnathifera Fossiel voorkomen: Cambrium – heden | |||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Een raderdiertje tussen twee blauwwiertjes | |||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||
| |||||||||
Clade | |||||||||
Gnathifera Ahlrichs, 1995 | |||||||||
|
Gnathifera (van het Griekse gnáthos, "kaak", en het Latijnse -fera, "dragen") is een clade van kleine ongewervelde dieren die worden gekenmerkt door hun goed ontwikkelde kaken van chitine. De groep behoort tot de Spiralia, dieren die een protostome ontwikkeling vertonen met spiraalklievingen. Gnathifera omvat de fyla Gnathostomulida, Rotifera, Micrognathozoa en Chaetognatha.[1] Mogelijk behoren ook de kransdiertjes (Cycliophora) tot deze clade.
Tot de Gnathifera behoren een aantal van de meest abundante fyla van het dierenrijk. Raderdiertjes zijn bijvoorbeeld een van de diverse en overvloedige zoetwaterdieren en Chaetognatha vormen een zeer groot aandeel van de mariene plankton.[2]
Beschrijving
[bewerken | brontekst bewerken]Het meest onderscheidende kenmerk van Gnathifera is de aanwezigheid van complexe gesclerotiseerde monddelen die opgebouwd zijn uit chitine.[1] Bij de meeste gnathiferans bevindt de anus zich aan het dorsale oppervlak van het dier. Bij micrognathozoën en gnathostomuliden is de anus van voorbijgaande aard en vormt zich alleen tijdens de ontlasting. In tegenstelling tot andere Gnathifera, bevindt de anus zich bij Chaetognatha en Amiskwia op het ventrale oppervlak in een subterminale positie.[3]
Ontwikkeling
[bewerken | brontekst bewerken]Gnathifera hebben een directe ontwikkeling: de larven lijken op de adulten. Ondanks dat Gnathifera deel uitmaakt van de Spiralia, vertonen de raderdiertjes en Chaetognatha geen spirale klieving in hun ontwikkeling.[1] Bij veel soorten, zoals micrognathozoën en gnathostomuliden is de ontwikkeling beperkt bekend.
Indeling
[bewerken | brontekst bewerken]Gnathifera behoort tot de Spiralia. Het is het zustergroep van een clade die alle andere vertegenwoordigers van de spiralia omvat.[1] In het verleden werden de meeste Gnathifera-soorten ondergebracht bij de Aschelminthes, een groep die nu als polyfyletisch wordt beschouwd.
Rotifera bestaat uit vier subclades: Seisonida, Acanthocephala, Bdelloidea en Monogononta. De Acanthocephala werden traditioneel uitgesloten van de Rotifera, maar men heeft ontdekt dat raderdiertjes parafyletisch zijn zonder de Acanthocephala op te nemen.[4]
Spiralia |
| |||||||||||||||||||||||||||||||||
Bronnen
- ↑ a b c d (en) Marlétaz, Ferdinand, Peijnenburg, Katja T. C. A., Goto, Taichiro, Satoh, Noriyuki, Rokhsar, Daniel S. (2019). A new spiralian phylogeny places the enigmatic arrow worms among gnathiferans. Current Biology 29 (2): 312–318.e3. PMID 30639106. DOI: 10.1016/j.cub.2018.11.042.
- ↑ (en) Suga K, Mark Welch D, Tanaka Y, Sakakura Y, Hagiwara A (2007). Analysis of expressed sequence tags of the cyclically parthenogenetic rotifer Brachionus plicatilis. PLoS ONE 2 (7): e671. PMID 17668053. PMC 1925144. DOI: 10.1371/journal.pone.0000671.
- ↑ (en) Arnaud, Jean, Brunet, Michel, Casanova, Jean-Paul, Mazza, Jacques, Pasqualini, Vanina (1996). Morphology and ultrastructure of the gut in Spadella cephaloptera (Chaetognatha). Journal of Morphology 228: 27–44. PMID 29852579.
- ↑ (en) Laumer, Christopher E., Bekkouche, Nicolas, Kerbl, Alexandra, Goetz, Freya, Neves, Ricardo C. (2015). Spiralian phylogeny informs the evolution of microscopic lineages. Current Biology 25 (15): 2000–2006. PMID 26212884. DOI: 10.1016/j.cub.2015.06.068.